Met stijgende verbazing las ik het opiniestuk van collega-doctoraatsonderzoeker Carmen Van Praet in De Standaard van 19 november. De heurs et malheurs van een persoonlijke vriendin en de lectuur van een paar persartikels bleken voldoende om te concluderen dat het beleid van François Hollande –bij mijn weten verkozen in mei 2012, een half jaar geleden- La Grande Nation naar de afgrond leidt.
Ik zal maar van wal steken met argumenten van hetzelfde anekdotische gehalte, en zondigen tegen de cursus Historische Kritiek, die ons in het eerste jaar geschiedenis is ingelepeld. Ik heb twee jaar in Parijs gestudeerd, en er nog een half jaar doorgebracht in het kader van mijn doctoraat. In mijn Franse vriendenkring kan ik gemakkelijk voorbeelden opsommen die het tegendeel aantonen van de badinerende impressies van mevrouw Van Praet. Zo heeft een vriendin drie keer haar tanden stuk gebeten op een prestigieus concours van het ministerie van cultuur. Tussen haar 23ste en 26ste verjaardag startte ze een eigen zaak in Rijsel, om het leven in Parijs (en dus haar studio in het Vde arrondissement, vlakbij de Sorbonne) te kunnen bekostigen. Telkens werd ze gebuisd: haar kennis van de Merovingische en Karolingische vorsten, een vereiste om te worden opgenomen in de corporatie van de conservateurs du patrimoine, liet volgens een jury van professoren en specialisten te wensen over. Vlaamse historici zouden hier met de ogen draaien omwille van zoveel “voorbijgestreefd” nationalisme. De derde keer lukte het wel. Meteen kreeg ze echter een leidinggevende functie, en zekerheid voor de rest van haar leven, met het vooruitzicht op een dynamische carrière, die kan eindigen in Parijs.
In de onderzoeksmaster die ik volgde aan de école doctorale van Sciences Po Paris, een instituut waarvoor de Fransen in de rij staan om te worden toegelaten, kreeg ik les van top notch professoren en oud-ministers. Mijn “klasgenoten” waren van een belezenheid en retorische capaciteit die ik in België niet ben tegengekomen. Helaas liggen de doctoraatsbeurzen in Frankrijk lager dan bij ons (net als in Duitsland, trouwens), en was er maar één plaats beschikbaar voor de vijftien kandidaten. De betrokkene moest bovendien eerst passeren voor de agrégation, een loodzwaar staatsexamen, zonder vergelijking met examens bij ons. Het is dus juist dat veel jong talent verloren gaat. Mijn promotiegenoten hadden in België met de vingers in de neus een doctoraatsbeurs kunnen halen. Anderzijds zorgt het Franse systeem er wel voor dat wie aan een doctoraat begint, een vaste betrekking krijgt. Voor veel historici in België een verre droom…
Alle problemen die mevrouw Van Praet aanhaalt, zijn overigens letterlijk terug te vinden in het programma van de Parti Socialiste en François Hollande, die van de jeugd zijn prioriteit heeft gemaakt, al van bij de primaires. Hollande wil een contrat de génération in ondernemingen, waardoor uitbolbanen voor ouderen worden gekoppeld aan belastingkortingen voor het aanwerven van jongeren. Voor jongeren zonder kwalificaties (mogen we daar ook even aan denken ?) zijn er 150 000 emplois d’avenir, of eerste jobkansen. Het gebrek aan KMO’s, wat door The Economist wordt aangekaart, is door de PS-coryfeeën slag om slinger naar voor gebracht, en resulteerde in de oprichting van een Banque Publique d’Investissement. Als de pensioenleeftijd naar 60 is gezakt, gebeurde dat enkel voor wie minstens 42 jaar bijgedragen heeft (vergelijk eens met België !). Het heeft weinig zin hier het proces van de UMP-meerderheid (2002-2012) te maken, maar onder Sarkozy schoten de tekorten naar 8% van het BNP. De Cour des Comptes alarmeert al een jaar of vier over de Franse staatsschuld. De problemen zijn al lang gekend.
Jongeren worden in Frankrijk, door de hoge werkloosheid, impliciet georiënteerd naar economisch relevante diploma’s: ingenieur, financiën (de beste traders ter wereld komen van de École Centrale of de Polytechnique, nota bene), ICT… in een dienstensector , die overigens wél performant is. Het land telt meerdere succesvolle multinationals (GDF Suez, Vivendi, Bouygues…) en heeft de beste diplomatie ter wereld (lees in dat verband eens Dealing with la Grande Nation, van CIA-man en Harvard-onderzoeker Charles Cogan). De Bibliothèque Nationale speelt mee in de liga van de allergrootsten, het leger is samen met het Britse ongeveer het enige Europese leger met enige globale envergure.
Mevrouw Van Praet zou zich best eens de vraag stellen hoe het met haar vriendin gesteld zou zijn in pakweg Londen, waar ze al met een schuldenberg uit haar studies zou gekomen zijn, en de huur zeker niet lager ligt dan in het seizième (wie naar de onroerendgoedprijzen in Parijs kijkt, kan overigens ook in andere arrondissementen terecht). Als ik kijk naar vergelijkbare kennissen in het Verenigd Koninkrijk, dan zijn die niet echt beter af. Mevrouw Van Praet heeft misschien ook gehoord over de armoedecijfers bij jongeren in België. De situatie van onze generatie is een Europees probleem, en niet enkel een Frans.
2 opmerkingen:
ik zie niet goed waar juist je in mevr van praet's artikel een aanval op het beleid van Hollande ziet.
ze brengt gewoon een aantal zaken die in frankrijk volgens haar fout zijn onder de aandacht. en stelt dat het beter zou kunnen.
Een aanval op het beleid van Hollande vond ik niet terug. misschien wou je dat lezen?
van praet valt nergens hollande aan, eerder de toestanden in frankrijk, waarvan ze nergens de schuld bij hollande legt; wel zegt ze dat het een politiek en economisch moeilijke situatie is en dat dit ten goede keren niet simpel zal zijn. je legt mevr van praet wel heel veel in de mond.
tenzij het gewoon je doel is om de loftrompet op hollande te steken. of mss wel op sarkozy. want zoals je aangeeft, hollande is nog geen zes maand aan...
persoonlijke vete ofzo?
zoals je zegde; weinig historisch kritisch, en uw niveau onwaardig.
Een reactie posten