donderdag, maart 30, 2023

LEZING: Amour, protection, bonheur? De hertog van Brabant en zijn onderdanen bij Goswin de Wynants [24ste Belgisch-Nederlandse Rechtshistorische Dagen] (Leuven: KU Leuven, 30 MAR 2023)


De Leuvense collega's van de OE Romeins Recht en Rechtsgeschiedenis organiseerden de 24ste Belgisch-Nederlandse Rechtshistorische Dagen. Ik had het genoegen er een lezing te mogen geven.

Abstract:

Burggraaf Goswin Arnold de Wynants (1661-1732) geniet enige discrete bekendheid als alumnus van de Leuvense rechtenfaculteit, advocaat en raadsheer bij de Raad van Brabant te Brussel en topadviseur van Keizer Karel VI (1685-1740) in Wenen en Praag bij de Hoge Raad voor de Nederlanden. Zijn illustere schoonzoon Patrice-François de Neny (1716-1784) is de auteur van het standaardwerk Mémoires historiques et politiques sur les Pays-Bas autrichiens. Wynants wijdde zelf twee intrigerende manuscripten aan de instellingen van de Oostenrijkse Nederlanden (1730) en de fiscale constitutie van het hertogdom Brabant (1723). Beide onuitgegeven werken (Conscience-erfgoedbibliotheek Antwerpen; KBR) werden gedigitaliseerd en met de Pylaia HTR-technologie (Transkribus) geanalyseerd. De stellingen van deze dienaar van het centrale gezag werden eerder als regalistisch (en impliciet jansenistisch) gekarakteriseerd: Wynants houdt een restrictieve interpretatie van belastingvrijstellingen aan, verzet zich tegen ambtsverkoop en kijkt kritisch naar het discours van adel, clerus en ambachten. Binnen- en buitenlandse doctrine (Van Espen, Choppin, Le Bret, Christyn, Anselmo, Stockmans, Tuldenus …), middeleeuwse charters, vroegmoderne ordonnanties en uiteraard de rechtspraak van de (soevereine) Raad van Brabant (waarvan Wynants’ rechtspraakverzameling postuum werd gepubliceerd in 1744) kruiden een heldere en informele schrijfstijl. Gezien het belang van de Brabantse traditie in de vertogen van zowel de Brabantse Omwenteling (1787, 1789-1790) als de Belgische revolutie (1830-1831) is de constitutionele theorie van Wynants bijzonder boeiend. Hij verdedigt met hand en tand het verbod om belastingen te heffen zonder instemming van de staten. In zijn ogen gaat het om een natuurrechtelijk en oorspronkelijk recht, en geenszins om een (positiefrechtelijk en dus herroepbaar) privilege. Vorst (in Brabant: hertog, ongeacht andere titels) en onderdanen zijn aan elkaar gebonden in een wederkerige relatie. Hun gedeelde belang geldt als uitgangspunt van elk juridisch redeneringsproces, van de interpretatie van constitutionele documenten en wetgeving tot de beslechting van individuele geschillen.

Geen opmerkingen: