Weldra verschijnt van mijn hand het boek Op Zoek naar Glorie in Vlaanderen. De Zonnekoning en de Spaanse Successie, 1707-1708 (UGA, vol. CVIII in de reeks Standen en Landen-Anciens Pays et Assemblées d'État). Het nalezen van de laatste drukproef was een mooie gelegenheid om de tekst (518 p.) eens door wordle te halen. Vooral de militairen (Vendôme, Marlborough, Eugenius) lijken groot te staan. Wat ook logisch is, aangezien zij ook in het diplomatieke luik opduiken. "Lodewijk XIV" en "Frankrijk" zijn dan weer de centrale spil van de tekst. Dat "leger" groter staat dan "onderhandelingen", bewijst gewoon dat je meer woorden nodig hebt om militaire inactie uit te leggen (die loopt van april tot oktober), dan de diplomatieke interakten (hoewel die voor de afloop bepalender zijn). De vele maanden ("juli", "augustus", "september") zijn een gevolg van de vele verwijzingen naar archiefstukken.
vrijdag, december 02, 2011
donderdag, december 01, 2011
Guillaume Dubois by Rigaud
Stéphane Perreau's well documented, excellent blog on Louis XIV' court painter Hyacinthe Rigaud recently featured his magnificent 1723 portrait of Cardinal Guillaume Dubois (1656-1723; see also elsewhere on this blog). The painting (frequently used in my conference presentations) is a gift from heaven for historians of public international law, as it displays the cardinal, main artisan of France's post-Ludovican foreign policy, in front of four books, two to three of which are closely associated to the legal domain. I know no better expression of the symbolic and cultural importance of law as a means of distinction in the Ancien Régime political society.
donderdag, november 24, 2011
Gentse rechtshistorische causerie 19 december: dr. Magnus Ressel
Op 19 maandag december ontvangt het Gentse Instituut voor Rechtsgeschiedenis een Duitse gastspreker, dr. Magnus Ressel (RU Bochum). Hij zal een lezing houden (in het Engels) met als titel "The codification of the principle « Free ship – Free good » in international treaties as a result of conflicts between the Barbary corsairs and the Europeans".
Meer informatie op www.rechtsgeschiedenis.be.
WIP Franse presidentsverkiezingen
Gisteren was ik te gast bij animo nationaal, om er een "Werkcollege Internationale Politiek" te geven over de Franse presidentsverkiezingen. Uit mijn "didactisch materiaal" komt ook het volgende filmpje uit de Guignols, dat de problematische band tussen Franse ethiek ("la patrie des droits de l'homme") en buitenlandpolitiek (verkopen van wapens, kernenergie...) illustreert:
">
Wie de verkiezingen graag volgt met grondig geanalyseerd cijfermateriaal, kan daarvoor terecht op de site van het CEVIPOF (centre d'étude de la vie politique française, Sciences Po).
dinsdag, november 22, 2011
"La banqueroute est inéluctable"
Niet alleen de crisis van de jaren '30 (zoals Roubini uittentreure herhaalt), of die van het systeem-Law en de South Sea Bubble (zoals elders op deze blog), maar ook de financiële problemen van de Franse Revolutie worden met vandaag vergeleken door de grote Franse historicus Jean Tulard. Investeren in grond en stenen, de enige bescherming tegen een hangende climax...
woensdag, november 16, 2011
Peilingen
Zeer terechte opmerkingen van Tom Cochez op apache over de politieke peilingen in België n.a.v. de overname van de Sofres-peiling door Le Soir. Peilingen dienen de verkoop van kranten en zijn hun geld maar waard omdat ze ervoor zorgen dat er een "buzz" is rond het medium die ze uitbrengt. Vandaar ook dat De Standaard en de VRT het de moeite niet vinden Brussel en Wallonië mee te peilen. Gelukkig wonen er nog Franstaligen in Vlaanderen, anders zouden Le Soir en La Libre dat ook niet doen :).
maandag, november 07, 2011
ARTICLE: "From Contract to Treaty. The Legal Transformation of the Spanish Succession (1659-1713)", Journal of the History of International Law - Revue d'histoire du droit international, XIII (2011), nr. 2, 347-375
(image source: Brill)
My article on the legal aspects of the quarrel on the Spanish Succession (1659-1713) in the Journal of the History of International Law - Revue d'histoire du droit international (Brill) just came out and is available on line as well (DOI: 10.1163/15718050-13020004).
Abstract:
The problem of the Spanish Succession kept the European diplomatic system in suspense from 1659 until 1713. Statesmen and diplomats tackled the question. Their practical vision of the law was a necessary complement to legal doctrine. Louis XIV and Emperor Leopold I used incompatible and absolute claims, which originated in private law and Spanish succession law. At the Peace of Utrecht, these arguments completely dissolved. The War of the Spanish Succession thus not only redesigned the political map of Europe: It altered the norm hierarchy in public law, strengthening international law as the framework of the 'Société des Princes'.
See also International Law Reporter.
dinsdag, november 01, 2011
Huise, 1 november 2011
Uitzonderlijk mooie dag voor een eerste november in een uitzonderlijk mooi dorp...
maandag, oktober 24, 2011
La dette des États: une tentation de toujours ?
Opnieuw een verrukkelijke uitzending van "Concordance des temps" met Jean-Noël Jeanneney over de staatsschuld. Pal in het weekend van de eurocrisis komt hij terug op de geschiedenis van de staatsschuld. Ook in mijn eigen onderzoek bepalen de uitslaande vlammen van een financiële crisis een groot deel van de handelingsvrijheid van politici: het instorten van de Bank van John Law ("Jean Lass") in Frankrijk en de crash van de aandelen van de South Sea Company, ongeveer terzelfdertijd in Engeland deden tijdens het depouilleren in Londen eind 2009 bijzonder eigentijds aan...
Ter herinnering: Law stelde voor om in Frankrijk een Nationale Bank op te richten, zoals dat in Engeland was gebeurd onder Willem III (1689-1702). De Bank plaatste de overheidsschuld bij het publiek en liet zo toe dat de staat zich -met de belastingopbrengsten als ultiem onderpand- in belangrijkere mate kon financieren dan wanneer er rechtstreeks met bankiers diende te worden onderhandeld. Na de Spaanse Successieoorlog zag de Whig-regering-Stanhope/Sunderland heil in de nochtans door de vorige Tory-regering opgerichte South Sea Company om de schuld over te kopen (met kapitaal dat door particulieren op de beurs was samengebracht), in de hoop dat latere opbrengsten deze schulden zouden overtreffen. De crash van de SSC (waarin veel vooraanstaande politici aandeelhouder waren) leidde tot de machtsovername door Robert Walpole via de sleutelpost van First Lord of the Treasury (eerste minister 1721-1742).
Ook de Republiek der Verenigde Provinciën maakte massaal gebruik van een dergelijk systeem, dat haar -door lagere rentevoeten dan bijvoorbeeld Frankrijk- toeliet meer financiële armslag te hebben (en dus ook meer troepen te betalen dan de fiscale "assiette" rechtstreeks had toegestaan). Staatsschuld is uiteindelijk een manier om de overheid toe te laten grote projecten op te zetten. Terugbetalen gebeurt in de hoop dat ofwel de inkomsten groeien, ofwel de inflatie sterk stijgt, waardoor het vaste rendement van de schuldeiser relatief minder zwaar te dragen zal zijn voor de schuldenaar. Vóór het systeem van Law had de Franse staat geen andere oplossing dan zich rechtstreeks in de schulden te steken bij particuliere financiers, die meestal vroegen om de verpachting van een of andere belasting. Dit systeem zorgde ervoor dat particulieren de (meestal indirecte) belastingen inden. De financiële elites koloniseerden op die manier ook het Hof. Madame de Pompadour, de langst dienende maîtresse van Lodewijk XV, was bijvoorbeeld een pion van de Pâris-clan, een machtige groep geldschieters die tijdens de Spaanse Successieoorlog hun fortuin op de Franse staat hebben gemaakt en eerder ook al de hertog van Bourbon (eerste minister 1723-1726) in hun klauwen hadden. Een ander gevolg was dat de koning in slechte tijden voortdurend zijn eigen inkomsten van de volgende jaren moest afgeven om de uitgaven van het lopende jaar te dekken. Het systeem moest wel eindigen in een tijdelijk bankroet: de staat betaalt niets meer terug => de schuldeiser gaat op de fles => de staat begint gewoon terug vanaf nul.
Ter herinnering: Law stelde voor om in Frankrijk een Nationale Bank op te richten, zoals dat in Engeland was gebeurd onder Willem III (1689-1702). De Bank plaatste de overheidsschuld bij het publiek en liet zo toe dat de staat zich -met de belastingopbrengsten als ultiem onderpand- in belangrijkere mate kon financieren dan wanneer er rechtstreeks met bankiers diende te worden onderhandeld. Na de Spaanse Successieoorlog zag de Whig-regering-Stanhope/Sunderland heil in de nochtans door de vorige Tory-regering opgerichte South Sea Company om de schuld over te kopen (met kapitaal dat door particulieren op de beurs was samengebracht), in de hoop dat latere opbrengsten deze schulden zouden overtreffen. De crash van de SSC (waarin veel vooraanstaande politici aandeelhouder waren) leidde tot de machtsovername door Robert Walpole via de sleutelpost van First Lord of the Treasury (eerste minister 1721-1742).
Ook de Republiek der Verenigde Provinciën maakte massaal gebruik van een dergelijk systeem, dat haar -door lagere rentevoeten dan bijvoorbeeld Frankrijk- toeliet meer financiële armslag te hebben (en dus ook meer troepen te betalen dan de fiscale "assiette" rechtstreeks had toegestaan). Staatsschuld is uiteindelijk een manier om de overheid toe te laten grote projecten op te zetten. Terugbetalen gebeurt in de hoop dat ofwel de inkomsten groeien, ofwel de inflatie sterk stijgt, waardoor het vaste rendement van de schuldeiser relatief minder zwaar te dragen zal zijn voor de schuldenaar. Vóór het systeem van Law had de Franse staat geen andere oplossing dan zich rechtstreeks in de schulden te steken bij particuliere financiers, die meestal vroegen om de verpachting van een of andere belasting. Dit systeem zorgde ervoor dat particulieren de (meestal indirecte) belastingen inden. De financiële elites koloniseerden op die manier ook het Hof. Madame de Pompadour, de langst dienende maîtresse van Lodewijk XV, was bijvoorbeeld een pion van de Pâris-clan, een machtige groep geldschieters die tijdens de Spaanse Successieoorlog hun fortuin op de Franse staat hebben gemaakt en eerder ook al de hertog van Bourbon (eerste minister 1723-1726) in hun klauwen hadden. Een ander gevolg was dat de koning in slechte tijden voortdurend zijn eigen inkomsten van de volgende jaren moest afgeven om de uitgaven van het lopende jaar te dekken. Het systeem moest wel eindigen in een tijdelijk bankroet: de staat betaalt niets meer terug => de schuldeiser gaat op de fles => de staat begint gewoon terug vanaf nul.
Law wou tijdens de regeerperiode van Lodewijks neef, de Regent Filips van Orléans (1715-1723), de oplossingen uit Engeland en de Republiek toepassen om de overheidsschuld na de regeerperiode van Lodewijk XIV te verlichten. Op het einde van Lodewijks leven werden immers kolossale schulden gemaakt om de militaire uitgaven van de Spaanse Successieoorlog (1702-1714) te dekken (zelfs het smelten van het tafelzilver in Versailles en beslag op de Spaanse zilvervloot volstonden niet meer). Met belastingen alleen kon de Franse staat het niet meer halen (de situatie was zodanig extreem dat -geïnspireerd op Vauban- een van de eerste vormen van proportionele, niet aan privileges gebonden inkomstenbelastingen werd ingevoerd, tot groot ongenoegen van adel en clerus).
De Compagnie des Indes "kocht" de staatsschuld over en bouwde haar kapitaal op met geld dat de aandeelhouders haar toevertrouwden. Die aandeelhouders stemden dan weer toe in die operatie, in de hoop fabelachtige opbrengsten te halen uit de koloniale handel. Het liep storm aan de lokalen in de Rue Quincampoix in Parijs (waar nu het Centre Wallonie-Bruxelles zit, tussen Centre Pompidou en de Boulevard de Sébastopol). De Compagnie kreeg op den duur het recht om zelf papiergeld te drukken, waarvoor het onderpand werd gevormd door haar goudvooraad. Toen men echter met winst begon te verkopen op de top van de speculatie, crashte de koers van het aandeel naar beneden en bleek... dat er veel minder werkelijke waarde stond tegenover het papiergeld dat was uitgegeven. Zoals altijd met dergelijke financiële bubbels, verrijkten enkele individuen zich buitensporig (onder andere de hertog van Bourbon) en belandden velen in de armoede.
Achteraf bekeken zijn historici niet onverdeeld negatief over de passage van Law (die Frankrijk is uitgevlucht, om via Brussel uiteindelijk in Maastricht te overlijden). De economie herstelde relatief snel van de speculatiecrisis en de staatsschuld was effectief grotendeels weggewerkt. Frankrijk kende een heel rijke achttiende eeuw. Dat het politieke systeem aan het einde inklapte en de staat opnieuw kreunde onder de schulden, had niet zozeer te maken met economische problemen, als wel met een slechte organisatie van de fiscaliteit.
zondag, oktober 16, 2011
Zetels peiling VRT/De Standaard
Met enige vertraging, de zetels van de peiling van 8 oktober ll.:
groen 7 (+2; Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant)
sp.a 13 (-1; West-Vlaanderen)
cd&v 18 (+1; West-Vlaanderen)
n-va 35 (+8; 2 in Oost-Vlaanderen, +1 West-Vlaanderen, +1 Limburg, +2 Antwerpen, +2 Vlaams-Brabant)
openVLD 10 (-3; -1 in Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Vlaams-Brabant)
LDD 0 (-1)
VB 7 (-5; -2 Oost-Vlaanderen, -1 Limburg, Antwerpen, Vlaams-Brabant)
Zoals wel vaker met deze peiling, ben ik eerder sceptisch.
groen 7 (+2; Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant)
sp.a 13 (-1; West-Vlaanderen)
cd&v 18 (+1; West-Vlaanderen)
n-va 35 (+8; 2 in Oost-Vlaanderen, +1 West-Vlaanderen, +1 Limburg, +2 Antwerpen, +2 Vlaams-Brabant)
openVLD 10 (-3; -1 in Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Vlaams-Brabant)
LDD 0 (-1)
VB 7 (-5; -2 Oost-Vlaanderen, -1 Limburg, Antwerpen, Vlaams-Brabant)
Zoals wel vaker met deze peiling, ben ik eerder sceptisch.
vrijdag, oktober 14, 2011
Une belle promenade à travers le XVIIIe siècle français
Fortement recommandé (aussi, et peut-être en particulier, à l'attention du lecteur intéressé mais non-initié): La France des Lumières 1715-1789 de Pierre-Yves Beaurepaire, tome paru dans la Nouvelle histoire de France dirigée par Joël Cornette (cf. amazon). Le volume épais ne radine pas sur les images et conte le dix-huitième siècle français comme une visite guidée d'une exposition rassemblant les pièces-merveilles de toute l'Europe. La Régence, par exemple, s'ouvre avec L'Enseigne de Gersaint de Watteau (acheté par Frédéric le Grand et conservé au Château de Charlottenbourg - on y met littéralement Louis XIV dans le coffre, pour entamer une ère nouvelle) et le Lit de Justice du 12 septembre 1715 cassant (ou contournant) le testament de Louis XIV (tableau conservé à l'hôtel Carnavalet, où l'on voit la foule rouge, bleue et or valser autour de la Saint-Chapelle sur l'Île de la Cité), pour continuer avec le lit de justice de la majorité de Louis XV en 1723, le tableau du retour du cortège de son sacre à Reims en 1722, la Sorbonne en assemblée contre la réception d'Unigenitus... La guerre de Succession d'Autriche (batailles de Fontenoy et de Lawfeld) retrouve les tableaux du château de Versailles (plus ou moins cachés dans les appartements de Louis XV, qu'on ne visite pas lors du tour des Grands Appartements).
Bien sûr, le texte (836 pages) reste une synthèse d'une multitude de dossiers (ex. affaire John Law, problèmes parlementaires) bien plus complexes (ex. toute la politique étrangère de la période de Louis XIV à la mort de Fleury, qui m'intéresse bien sûr le plus, semble passer assez vite, insérant juste un petit passage sur la guerre de succession de Pologne, visant cependant en premier lieu les conséquences lotharingiennes). Le visuel (des détails de tableaux judicieusement choisis occupant la première page d'un chapitre) ou encore la citation réclament un espace considérable (allant peut-être jusqu'à la moitié ?).
vrijdag, september 30, 2011
"Zentral im Lehnswesen nach Ganshof: das flämische Lehnsrecht, ca. 1000-1305" (D. Heirbaut)
Andere recent verschenen rechtshistorische publicatie: mijn promotor publiceerde een overzichtsartikel over het Vlaamse leenrecht (waarvoor hij een van de grote specialisten is) in het gerenommeerde Duitse Zeitschrift der Savigny-Stiftung für Rechtsgeschichte (Germanistische Abteilung), onder de titel "Zentral im Lehnswesen nach Ganshof: das flämische Lehnsrecht, ca. 1000-1305" (Band 128, pp. 300-347). Wie een up-to-date en wetenschappelijke synthese zoekt van het Vlaamse leenrecht, weet dus voortaan waar kijken.
TIJDSCHRIFT: Pro Memorie. Bijdragen tot de Rechtsgeschiedenis der Nederlanden XIII (2011/1) (ISSN 1566-7146)
(afbeelding: Verloren)
In de recentste aflevering van het tijdschrift Pro Memorie verscheen een uitgebreidere versie van prof. Wijffels' (UCL/Leiden/CNRS Dijon) inleiding op de recentste Rencontres d'histoire du droit de la Fondation Biermans-Lapôtre (afgelopen mei), onder de titel "Justitie en behoorlijk bestuur: Hans Vredeman de Vries' schilderijen in het stadhuis van Danzig (Gdánsk)" (pp. 103-118). Alweer een reden om een abonnement te nemen op dit Belgisch-Nederlandse tijdschrift (zie ook een kleine recensie van uw dienaar, waarin de lijvige Ripperda-biografie van Sytze van der Veen vanuit rechtshistorisch oogpunt wordt bekeken).
Update: het nummer kan in open access gelezen worden op de website van AUP.
Nieuwe website Rechtsgeschiedenis.be
Collega Sebastiaan Vandenbogaerde heeft de site www.rechtsgeschiedenis.be, de webstek van het Gentse Instituut, in een nieuw kleedje gestoken. Voor alles wat u altijd al had willen weten over rechtshistorische couranten of causerieën, of over het menselijke raderwerk van deze wetenschappelijke machine.
zaterdag, september 10, 2011
PPDA M'A TUER
De campagne voor de primaires draait nog een paar weken, debatten tussen de kandidaten moeten nog komen, maar... de perspectieven voor een socialistische overwinning in 2012 lijken toch een stuk minder optimistisch dan vorig jaar.
Alle hoop lag tot voor kort bij Martine Aubry, als ernstig en onaantastbaar alternatief voor DSK. Helaas voor haar hangt ze in de peilingen een stuk achter François Hollande te bengelen. Nu goed, peilingen zijn relatief, aangezien men zelfs niet weet wié zal gaan stemmen bij de primaires op 9 en 16 oktober, die openstaan voor alle linkse sympathisanten.
Hollande is nochtans geen verbluffend sterke kandidaat. De eeuwige wauwelaar heeft nooit een sterk standpunt ingenomen over eender welk thema en was tien jaar lang een zeer bleke "premier secrétaire" van een verdeelde PS (1997-2007).
Daartegen zou je toch gemakkelijk moeten kunnen winnen. Vooral met de steun van de meeste grote PS-kanonnen (Bertrand Delanoë, Pierre Mauroy, Laurent Fabius, Elisabeth Guigou, Jean-Christophe Cambadélis) en opkomende talenten (Anne Hidalgo, Bruno Julliard).
Maar neen ! Aubry is geen echte campaigner en heeft moeite om echt enthousiasme los te weken bij de basis. Sinds de start van het nieuwe schooljaar zijn ook de Guignols de l'Info terug. Wat begon als een ietwat overdreven karikatuur ("Face à Martine Aubry, même un cochon peut être élu") begint nu toch wel erg op de realiteit te lijken. Aubry's eerste grote meeting in Toulouse wordt door alle observatoren gezien als een weinig begeesterende flop. Le Petit Journal (de andere satirische gesel van Canal+) wist aan te tonen dat er aan de deur geselecteerd werd tussen jongeren en minder jongeren (om mooie tv-beelden te krijgen). In flagrante tegenspraak met het discours van de kandidate. De houterige en vervelende Aubry wordt nu opgevoerd als een running gag.
Wat is het belang van een dergelijk programma ? Het beslist geen verkiezingen op zich, maar zet wél de toon voor de campagne. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat Balladur in 1995 in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen gewipt is door de beeldvorming in de veel bekeken poppenshow. Aubry heeft bovendien het nadeel dat haar vervelende en ellenlange toespraken inderdaad zelfs de meest overtuigde supporters doen indommelen...
Bijgevolg stelt zich de vraag: wie van deze bende weinig overtuigende kandidaten (om nog maar over de compleet doorgeslagen Ségolène Royal te zwijgen) kan Sarkozy -onvergelijkbaar campagnebeest- of een van de centrumkandidaten (bijvoorbeeld Jean-Louis Borloo) de baas ? Aubry draagt al mijn persoonlijke sympathie weg, maar ik vrees dat ze de campagne gewoon niet aankan.
woensdag, augustus 24, 2011
Oneerlijke Grieken, profiterende Finnen...
De koosnaampjes vliegen over en weer tussen de Europese staten na de lage streek van Finland om zekerheden te eisen en zich zo te onttrekken aan het gezamenlijke reddingsplan. Georges Ugeux wijst er echter op dat de schuld bij beide partijen ligt: de Grieken mogen niet zomaar één van hun schuldeisers bevoordelen.
(edit: het verhaal gaat verder, Amerikaanse schuldeisers proberen met een class action op te komen tegen de Griekse staat)
(edit: het verhaal gaat verder, Amerikaanse schuldeisers proberen met een class action op te komen tegen de Griekse staat)
dinsdag, augustus 16, 2011
Onderhandelingsraad
Nieuwe wijsheid van Réal de Curban (La science du gouvernement, 1764, 623). Met de dag toepasselijker ('Wir zahlen nicht für Griechenland' 'Tea Party !' 'Corridor !' 'Vlaamse rechtlijnigheid').
Un Prince qui a conclu un Traité, doit considérer comme un gain ce qu'on lui a laissé, & non comme une perte ce qu'on lui a ôté. Il n'a fait qu'imiter le Commandant d'un vaisseau battu de la tempête, qui fait jetter des marchandises dans la Mer, pour l'en décharger, dans la crainte du naufrage et d'une perte totale.
maandag, augustus 15, 2011
De juridische kant van het Griekse verhaal
Interessante blogpost van Michael Waibel (de expert in dit soort zaken) op EJIL!Talk, met referentie aan een zaak voor het Permanent Hof van Internationale Justitie in de jaren '20 tussen de Griekse Staat en... België (ten behoeve van een particulier wiens schuldvordering niet voldaan werd in een eerder Grieks faillissement).
vrijdag, augustus 12, 2011
"Règle d'or"
De nieuwe ronde financiële crisis zorgt voor een nieuwe golf politiek debat in Frankrijk. Sarkozy wil een "gulden regel" in de grondwet laten schrijven, volgens dewelke de begroting in evenwicht moet zijn. Realistisch ? De begroting is al meer dan dertig jaar niet in evenwicht... Hij hoopt de socialisten in elk geval klem te zetten en af te schilderen als onverantwoordelijk met de staatsfinanciën.
Laurent Fabius gaf gisteren op RMC een briljant interview over de schuldenproblematiek, waarbij hij de bal terugkaatste naar Sarkozy ("we stemmen dat alleen als je het gat dat je zelf gemaakt hebt, terug dicht"), maar ook een bredere analyse maakte.
[edit: een aanzet voor Martine Aubry, die vandaag haar eigen "règle d'or" online plaatst:
[edit: een aanzet voor Martine Aubry, die vandaag haar eigen "règle d'or" online plaatst:
En pleine crise de l'endettement et de la spéculation, M. Sarkozy réclame une limitation constitutionnelle des déficits. Le sérieux en matière financière est une révélation tardive pour celui qui, à quelques mois du jugement des Français, cherche d'abord à faire oublier sa responsabilité, celle d'un endettement qui aura doublé au cours des dix dernières années de gestion UMP.
La "règle d'or" qui est proposée, bien peu contraignante en vérité, est d'abord un exercice de communication dont le procédé n'est pas nouveau et le discours classique : la gauche pousserait au déficit des finances publiques tandis que la droite les ramènerait à l'équilibre.
Dispendieux contre sérieux, poches percées contre caisses remplies, c'est la fable de l'UMP pour 2012. Hélas pour la droite, cette fiction se heurte aux faits, d'autant plus têtus qu'il s'agit de chiffres incontestables.
Les précédents sont accablants pour les conservateurs d'ici et d'ailleurs. Aux Etats-Unis, Reagan et Bush ont creusé les déficits que Clinton dut résorber, et c'est désormais Obama qui doit faire face à l'irresponsabilité des républicains. En France, c'est Edouard Balladur, premier ministre secondé par son ministre du budget Nicolas Sarkozy, qui augmenta la dette de 50 % entre 1993 et 1995.
Alain Juppé parla à l'époque d'une gestion "calamiteuse", et c'est la gauche qui fit baisser le poids de la dette dans le produit intérieur brut (PIB) entre 1997 et 2002. Sur l'ensemble de la période 1981-2011, la dette est passée de 21 % à 82 % du PIB : 75 % de la hausse s'est produite sous une gouvernance de droite !
Les résultats récents sont plus implacables encore pour l'actuelle majorité. Depuis 2002, les deux tiers de l'endettement sont dus aux cadeaux fiscaux accordés à une minorité de privilégiés, comme l'a établi la Cour des comptes.
Même en retranchant les 100 ou 150 milliards d'euros de dette liée à la crise financière de l'automne 2008, les années Sarkozy resteront celles de l'explosion historique de la dette.
Autre point noir : le déficit de la Sécurité sociale. Lorsque j'ai quitté le ministère des affaires sociales fin 2000, les comptes sociaux étaient non seulement rétablis, mais en excédent. Deux présidents et sept ministres UMP plus tard, le seul déficit de la Sécurité sociale atteint 25 milliards d'euros !
La prétendue "règle d'or" révèle l'aplomb de son initiateur : non content de l'avoir négligée depuis qu'il préside le pays, lui-même se garde bien d'en appliquer la logique dès à présent ! Bien sûr, le gouvernement a adressé à la Commission européenne un programme de retour des déficits sous l'étiage des 3 % en 2013.
L'ennui est que personne - ni à Bercy, ni à Bruxelles, ni à Berlin - n'estime crédibles les hypothèses qui fondent cette promesse. La hausse "spontanée" des rentrées fiscales de l'Etat affichée à 7 % en 2013, alors même que ne sont prévus ni changement de taux ou d'assiette, ni aucune remise en cause des cadeaux aux plus hauts revenus ou aux très grandes entreprises ? Irréaliste, évidemment !
Quant à une croissance de 2,5 %, faute de politique économique favorable à l'emploi, à la consommation des ménages et à l'investissement des entreprises, elle est désormais improbable, comme en témoignent, hélas, les mauvais résultats enregistrés au deuxième trimestre.
La vérité est que la politique actuelle est une impasse. Sans croissance, dette et déficits ne se réduiront pas ; sans ressources nouvelles, les coupes aveugles dans les dépenses aggraveront la crise.
Même si la situation n'est pas la même, le scénario grec l'enseigne à tous les pays européens. Les résultats en France sont mauvais parce que la politique est mauvaise. Il faut en changer. Et il y a urgence.
Si le président sortant a le souci sincère de l'intérêt national, si pour une fois il joint les actes à la communication, il lui faut prendre plusieurs décisions positives, et cela dès maintenant et pour le budget 2012. J'en propose trois, qui pourraient relancer la croissance et l'emploi tout en réduisant les déficits.
Tout d'abord, supprimer la défiscalisation des heures supplémentaires, véritable hérésie économique qui bloque les embauches - comme vient de le montrer un rapport parlementaire -, pour financer immédiatement un grand plan de création d'emplois pour les jeunes dans les secteurs de l'innovation sociale et environnementale.
Deuxième mesure, abaisser à 20 % l'impôt sur les sociétés des entreprises qui réinvestissent leurs bénéfices, et l'augmenter sur celles qui privilégient les dividendes : l'investissement s'en trouvera dynamisé principalement dans les PME, sans coût pour les finances publiques.
Et, enfin, engager un premier train de réduction véritable des niches fiscales. Députés et sénateurs socialistes ont fait de nombreuses propositions, chaque fois repoussées par le gouvernement : la niche Copé sur les plus-values de cessions de filiales pour les holdings, la réduction de l'impôt sur la fortune, le rapprochement de l'imposition des revenus du capital avec ceux du travail... plus de 10 milliards d'euros peuvent être, dès 2012, utilement récupérés pour les comptes publics sans impact négatif pour les classes moyennes et pour l'économie réelle.
Au-delà de l'urgence, il faudra aller plus loin. Il y a un chemin pour sortir notre pays de la crise. Il consiste à s'attaquer en même temps aux trois déficits dont la France souffre : déficit des finances publiques, déficit d'emploi, déficit de compétitivité. C'est en agissant rapidement sur l'emploi et l'investissement que nous rétablirons la confiance et la croissance.
C'est par une action continue en matière d'innovation et par une nouvelle ambition industrielle que nous nous imposerons dans la compétition mondiale. Et c'est par une croissance durable associée à une gestion sérieuse de l'argent public que nous réduirons dette et déficits. Concrètement, comment y parvenir ?
Forte du soutien des Français, je procéderai à une profonde réforme de la fiscalité qui l'adapte aux exigences de justice, de modernité et d'efficacité.
Pour les particuliers, la réforme sera conduite avec une idée-force : à revenu égal, impôt égal, ce qui signifie que les revenus du capital cesseront d'être moins taxés que ceux du travail, et que le caractère progressif de l'impôt sera rétabli, restaurant ainsi la justice sans laquelle les efforts ne sont que bénéfices pour quelques-uns et sacrifices pour la majorité des Français.
Ces mêmes principes nous conduiront à supprimer nombre de niches fiscales - comme le Fonds monétaire international (FMI) nous y invite. Soixante-dix milliards de cadeaux fiscaux ont été accordés depuis 2002, qui n'ont rien apporté à notre pays et ont souvent contribué à creuser les inégalités.
Nous annulerons 50 milliards de ces dépenses inefficaces économiquement et injustes socialement. J'allouerai ses ressources pour moitié à la baisse du déficit et pour moitié aux financements des priorités qui sont les miennes, au premier rang desquelles l'emploi, l'école et la sécurité.
Oui, il faudra assumer que certaines politiques, essentielles pour la croissance, ou malmenées par M. Sarkozy, reçoivent des moyens nouveaux. Toutefois - c'est un engagement que je prends - il ne s'agira pas le plus souvent de dépenses additionnelles, mais de nouvelles approches qui rendent plus performante l'action publique. Ainsi, je réorienterai vers la construction de logements sociaux et l'accession sociale à la propriété les marges dégagées par la réduction des avantages fiscaux qui ne font qu'alimenter la spéculation immobilière.
Pour stimuler la compétitivité, au-delà des mesures d'urgence, je rehausserai l'effort de recherche publique et privée ; j'engagerai enfin la transition énergétique du pays ; je créerai une Banque publique d'investissement sous forme de fonds régionaux qui soutiendra filières d'avenir, industries stratégiques et PME ; je défendrai la création d'un gouvernement économique européen, d'une politique commerciale imposant la réciprocité des règles et des sauvegardes et ainsi que d'une régulation ferme du système financier.
La règle pour les 50 milliards de niches fiscales, je l'appliquerai aussi aux fruits de la croissance : 50 % pour le désendettement, 50 % pour les investissements du futur, voilà ma "règle d'or", celle que je suivrai avec constance et détermination si je suis élue présidente. Et c'est ainsi que je respecterai l'engagement européen de la France d'un retour de ses déficits en dessous de 3 % en 2013. Et c'est ainsi que notre pays renouera avec la croissance, l'emploi et le progrès.
Parce que la situation de notre pays est grave, et parce que des dégâts considérables peuvent à nouveau lui être causés dans les mois qui viennent si l'on continue à faire fausse route comme aujourd'hui, je dis à M. Sarkozy de ne pas perdre de temps dans de faux débats sur une pseudo-règle qui ne règle rien. Il est temps de passer aux actes pour réduire les déficits et pour soutenir la croissance et l'emploi. Dans une démocratie, le débat avec l'opposition doit être naturel. C'est ma conception de la politique. Je fais aujourd'hui des propositions précises. Discutons-en, dans l'intérêt de notre pays !
dinsdag, juli 26, 2011
BOOK: Yearbook of Young Legal History 2010
(image source: amazon.de)
Inszenierung des Rechts - Law on Stage [6 Jahrbuch Junge Rechtsgeschichte - Yearbook of Young Legal History 2010] is now available through www.amazon.de. The book (344 pages) contains a selection of 15 papers presented at the 16th European Forum of Young Legal Historians organized at the Johann-Wolfgang-Goethe-Universität in Frankfurt in March 2010. Among those, one of my own: "Law on the Diplomatic Stage: the 1725 Ripperda Treaty".
Abstract:
Abstract:
In this conference paper, redrafted to a full article, I treat the discursive power of the "Balance of Power"-principle in the "thirty years of peace" following the Peace of Utrecht (1713). Starting from the criticism formulated by Heinz Duchhardt (Univ. Mainz) on the relative absence of the concrete wordings in treaties, I take the Ripperda Treaty (May 1725) between Emperor Charles VI and king Philip V of Spain as an example of inverse normative power. Even though the agreement clearly violated the Utrecht system and was quickly condemned as such by the other European players, the drafters tried to present the situation as if they were actually adhering to it.A pre peer-reviewed version can be found on SSRN.
donderdag, juni 16, 2011
Over de erkenning van staten
Momenteel is de erkenning van de Libische rebellen (die sinds ongeveer een maand of vier tegen Kadaffi vechten) een heet hangijzer in het internationaal recht (zie bijvoorbeeld EJIL Talk - de blog van een vooraanstaand tijdschrift, met verschillende bijdragen). Aangezien het zittende regime nog lang niet weg is, ontstaan er op het terrein allerlei vreemde situaties. Frankrijk was er heel snel bij om de rebellen te erkennen als vertegenwoordiger van de Libische bevolking, terwijl ze helemaal nog niet de controle over het grondgebied uitoefenden. Voor landen met belangrijke economische banden met Libië is het minder evident om banden met de zittende regering te doorbreken. Juridisch kan je schermen met de mensenrechtenschendingen die het regime waarschijnlijk begaan heeft, maar ook evengoed met het gebrek aan politieke legitimiteit van de opstandelingen.
Erkenning is altijd een in essentie politieke beslissing en heeft weinig met recht te maken, in die zin dat er nagenoeg geen regels zijn die een staat iets kunnen voorschrijven of verbieden. Tegelijk maakt erkenning door de internationale gemeenschap wel een essentieel element uit van de statelijke hoedanigheid (grondgebied - bevolking - regering - erkenning), die verregaande implicaties heeft voor de toepassing van zeer veel rechtsregels op de personen die onder de controle van de regering of groepering in kwestie verkeren.
Het probleem is tijdloos: ook in de achttiende eeuw werd er behoorlijk wat geredetwist over de erkenning van soevereinen (het Libische probleem gaat niet over een afscheiding of de creatie van een nieuwe staat, wel om de erkenning van de regering die de effectieve en legitieme controle uitoefent over grondgebied en bevolking). Zo weigerde de Habsburgse keizer gedurende 25 jaar om de Bourbonkoning in Spanje te erkennen, en bleef Lodewijk XIV de verjaagde katholieke Engelse koning James II in Frankrijk huisvesten en steunen. De argumenten die worden aangehaald om de legitimiteit van optie A ten opzichte van optie B te verdedigen, komen echter steeds voort uit de preferenties van één enkele staat: men kan in het Engelse geval eerder gewicht geven aan de keuze van het Parlement om in 1688 James II te verjagen, dan wel aan de legitimiteit van de Stuarts om via successie op de troon te zitten en die dan ook te houden. In het Spaanse geval valt alles terug te leiden tot het aanvaarden van de verzakingen die door Maria Theresia, Lodewijks vrouw, werden afgelegd in 1659.
Réal de Curban, die vaststelt dat Frankrijk in 1701 een waaier aan argumenten ontvouwt om A te zeggen, en vervolgens 12 jaar later toch B zegt (om toch maar vrede met Engeland te kunnen sluiten), maakt er de volgende conclusie over:
Ces démarches ne sont pas honorables. Peut-être étoient-elles nécessaires. On tâche de les excuser par la distinction du fait & du droit. J'ai reconnu, dit-on, ce Prince, parce qu'il est possesseur, & par conséquent Roi de fait. J'ai reconnu cet autre Prince, parce que son droit m'a paru fondé; & quoiqu'il ne possède qu'une partie de l'Etat, ou qu'il n'en possède rien du tout, il n'en est pas moins roi de droit. On a recours à des distinctions plus ingénieuses que solides, pour sauver les apparences: conduite trop ordinaire aux Princes, & que les loix de la politique autorisent plus qu'elles ne la justifient ! Si l'on osoit, on diroit à la face de l'Univers; j'ai varié, parce que j'ai trouvé mon avantage à varier, ou parce que j'y ai été contraint. Mais cet aveu coûteroit trop à l'amour propre & à la réputation.
(La Science du Gouvernement, V: le droit des gens, Paris, 1764, p. 94)
woensdag, juni 15, 2011
Scheiding tussen Kerk en staat, anno 1733
Leuke paragraaf van de Hugenootse journalist en historicus Jean Rousset de Missy:
Je ne serai pas le premier à dire que les Souverains, n'importe de quel Paîs, ni de quelle Religion, devroient être extrémement attentifs à ne point laisser dans leurs Etats, les Ecclesiastiques empiéter sur la Puissance Temporelle, ou s'immiscer dans les Affaires Politiques. Que les Princes renferment le Clergé dans lers bornes du gouvernement de son Eglise, sans soufrir, sous quelque prétexte que ce soit, qu'il étende sa Juridiction au delà du Spirituel; ce sera le moyen de couper la racine à une infinité d'Abus qui ne manquent pas de s'introduire, aussi-tôt que la Puissance Séculière cesse de le tenir en bride.
On n'a qu'à jetter les yeux sur l'Angleterre, le Dannemark, la Suéde, la Russie, sur Venise même & autres Païs, où le Clergé ne se méle point des Affaires de l'Etat; que l'on mette ensuite en parallèle d'autres Roiaumes, où les Ecclesiastiques donnent, pour ainsi dire la Loy; quelle différence n'y trouvera-t-on pas pour la Liberté, l'Abondance, & la douceur du Gouvernement ?
La prémiere Maxime du Roi Très-Chrétien, pour conserver la Tranquilité dans ses Etats devoit donc être de réprimer les Entreprises de son Clergé; & de punir rigoureusement les Intrigues des Prêtres, Religieux, ou Moines, dont la Cour de Rome se sert pour semer la discorde dans le Roïaume, & pour y étabblir peu à peu ses dangéreux Principes. De-là naît une seconde Maxime, qui consiste à ne point assujettir les Princes, les Grands, les Nobles, ni même le Peuple à la Domination Temporelle d'aucun Ecclesiastique, de quelque qualité ou condition qu'il puisse être; La Nation Françoise prête facilement le col au joug de ceux que la Nature a fait naître pour les commander; mais cette Nation généreuse, qui ne peut se voir gouverner par une Femme, obeïra-t-elle volontiers à des Prêtres, qui ne doivent se meler que du Spirituel ?
woensdag, april 13, 2011
European Forum of Young Legal Historians
Vandaag begint in Maastricht een nieuwe editie van het gevestigde "European Forum of Young Legal Historians", georganiseerd op toerbeurt door het roterende presidium van de "Association of Young Legal Historians".
Tijdens het voorbereiden van mijn eigen communicatie maakte ik snel wat statistieken i.v.m. de deelnemers. Op basis van de sprekers (incl. posterwalk, m.u.v. sessiepresidenten/inleiding-uitleiding) kom ik tot het volgende resultaat (rekening houdende met het feit dat ik als jurist en historicus dubbel mathematisch gehandicapt ben en deze selectie louter oppervlakkig op familienaam gebeurd is):
- Voormalige Oostblok/nieuwe-aankomende lidstaten (Polen, Hongarije, Bosnië-Herzegovina, Servië...): 22 (42%)- West-Europa, buiten België (en Engeland/Schotland, omdat dat nu eenmaal een eiland is en al de rest daaruit voortvloeit :-)): 8 (15%)
- België: 5 (10%)
- Latijns-Amerika: 3 (6%)
- Scandinavië: 3 (6%)
- Zuid-Europa: 3 (6%)
- Groot-Brittannië: 3 (6%)
- Azië: 2 (4%)
- Turkije: 2 (4%)
- Canada: 1
M.a.w. een uiterst diverse doorsnede van de verschillende rechtsculturen die Europa kent (Groot-Brittannië staat ook om die reden uiteraard apart; Frankrijk-Duitsland-Nederland samen in "West-Europa")... en een relatief sterke Belgische aanwezigheid. Die ook blijkt uit het colloquiumboek van vorig jaar (The Law on Stage/Die Inzenierung des Rechts), waar bij de vijftien weerhouden bijdragen drie van de hand van Belgische auteurs zijn.
Het volledige programma "European Traditions: Integration or Disintegration?" staat hier.
dinsdag, april 05, 2011
Troisièmes rencontres d'histoire du droit de la fondation Biermans-Lapôtre (programme définitif)
TROISIEMES RENCONTRES D’HISTOIRE DU DROIT DE LA FONDATION BIERMANS-LAPOTRE
La formation du juriste,
du Moyen Âge à l’époque contemporaine
13 MAI 2011
TABLE-RONDE THEMATIQUE
(affiche pdf)
(affiche pdf)
Journée sous la direction des professeurs Georges MARTYN (Gand) et Alain WIJFFELS (UCLouvain/Leyde/CNRS)
Introduction 9h30
*
*
I. Moyen Âge et Humanisme (10h00)
M. Nicolas LAURENT-BONNE (Doctorant, Université Paris II Panthéon-Assas)
« Cynus de Pistoie (1270-1336/37) et la pensée orléanaise »
Répondant : M. Emmanuel FALZONE (Doctorant, FNRS/FUSL)
*
M. Xavier PREVOST (Doctorant, Université Paris I Panthéon-Sorbonne) (10h50)
«La réforme humaniste de la formation des juristes »
Répondant : M. le Professeur Nicolas WAREMBOURG (Univ. Lille II)
*
Pause (11h40)
*
II. Ancien Régime (12h00)
M. Raphael CAHEN (Doctorant, Univ. Aix-Marseille/LMU München/IMPRS Frankfurt)
« Pensée juridique et formation chez Friedrich von Gentz (1764-1832) »
Répondant : M. Frederik DHONDT (Doctorant, FWO/UGent)
*
Déjeuner (12h50)
III. Époque contemporaine (14h00)
M. Bram DELBECKE (Chercheur post-doctoral, FWO-KUL)
« La formation des juristes, la formation des révolutionnaires? L’enseignement du droit et les idées politiques au Royaume-Uni des Pays-Bas (1815-1831) »
Répondant : Mme le Professeur Catherine LECOMTE (Univ. Versailles/Saint-Quentin)
*
M. Sebastiaan VANDENBOGAERDE (Doctorant, FWO/UGent) (14h50)
« The Belgique Judiciaire and the legal formation in Belgium, 19th-early 20th Century »
Répondant: Mlle Charlotte BRAILLON (Doctorante, FNRS/ULg)
*
Pause (15h40)
*
M. Matthias CASTELEIN (Doctorant, KUL) (16h00)
« Le futur visage de l’enseignement de droit en Belgique: une question d’histoire »
Répondant : M. le Professeur Georges MARTYN (UGent)
*
Synthèse et discussion générale (16h50)
*
Comité scientifique
M. le professeur Jean-Marie CAUCHIES (FUSL)
M. le professeur Dirk HEIRBAUT (UGent)
M. le professeur Laurent WAELKENS (KUL)
M. le professeur Nicolas WAREMBOURG (Lille-II)
*
Comité organisateur
M. le professeur Georges MARTYN (UGent)
M. le professeur Alain WIJFFELS (UCLouvain/Leyde/CNRS)
Mlle Charlotte BRAILLON (FNRS/ULg)
M. Wim DECOCK (FWO/KUL)
M. Frederik DHONDT (FWO/UGent)
M. Emmanuel FALZONE (FNRS/FUSL)
*
Fondation Biermans-Lapôtre - Salle des Fêtes
Cité Internationale Universitaire de Paris
RER B – Tram 3 (Cité Universitaire)
L’événement sera suivi d’une réception
*
Inscriptions et informations : Charlotte.Braillon@ULg.ac.be
Avec le soutien du Fonds de la Recherche Scientifique - Flandre (FWO).
maandag, januari 31, 2011
Appel à contributions: 3e Rencontres d'histoire du droit de la Fondation Biermans-Lapôtre (Paris, 13 mai 2011)
LA FORMATION DES JURISTES, DU MOYEN ÂGE À L’ÉPOQUE CONTEMPORAINE
TABLE RONDE THÉMATIQUE
3e Rencontres d’histoire du droit de la Fondation Biermans-Lapôtre, le 13 mai 2011
Cité internationale universitaire, Paris
Avec le soutien du Fonds de la Recherche Scientifique (FWO) et de la Fondation Biermans-Lapôtre
Elle a pour objectif premier de donner l’occasion aux doctorants et aux jeunes chercheurs de présenter leurs travaux en même temps que des professeurs et des chercheurs confirmés. L’édition 2011 sera organisée sous la forme d’une table ronde thématique autour de « la formation des juristes ». Les débats seront introduits et dirigés par le Prof. Dr Alain Wijffels (UCL/Leyde/CNRS) et le Prof. Dr Georges Martyn (UGent) en fera les conclusions.
Il s’agit avant tout de partager les résultats de nos recherches sur ce thème d’actualité, la question de la « formation » et du sens de celle-ci ayant été, et pas seulement dans les facultés de droit, repensée depuis l’entrée en vigueur du traité de Bologne et les réformes qu’il a entraînées.
Nous invitons les participants à aborder ce thème transversal sous des approches multiples :
- Dans une approche biographique ou de généalogie intellectuelle, il s'agit de retracer l'itinéraire intellectuel d'un juriste professionnel ou d'une figure de la doctrine et ainsi de voir dans quelle tradition il a puisé les concepts qu'il applique dans la pratique ou élabore dans des écrits savants. Les concepts acquis peuvent provenir d’enseignements juridiques ou méta-juridiques : quelles autres disciplines le juristes est-il censé maîtriser ? Quel a été le rôle des sciences humaines et aujourd’hui, de l’histoire du droit, dans le développement des formations juridiques ?
- L'interrogation permet aussi de confronter théorie et pratique du droit à travers les âges. Pour un pays comme la France, par exemple, les praticiens (avocat, juge, procureur) dominaient les débats de l'Ancien Régime et non les professeurs, à l’inverse de la situation en Allemagne. Cependant, vu l'absence de motivation des jugements (ce qui n'advient qu'avec la Révolution française), l'historien est réduit à chercher dans les plaidoiries, les références dans des recueils d'arrêts, à repérer des cours probablement pris à l'université comme étudiant, des inventaires de bibliothèques au décès... Ce problème méthodologique s'applique aussi à la correspondance diplomatique, les acteurs opérant sous le secret du prince et ne révélant pas les mobiles théoriques qui les mènent à se positionner. Pensons également à l’organisation fondamentalement différente de la formation juridique en Angleterre, essentiellement pratique et basée sur la fréquentation des Inns of Court, par opposition au caractère plus théorique des études de droit sur le continent.
- La formation mène finalement à la prosopographie (biographie collective) et à l'analyse de réseaux (social network analysis), deux approches méthodologique issues des sciences sociales et appliquées par les historiens des universités et les disciplines méta-juridiques.
Les Rencontres sont un endroit de tissage de réseaux, ouvert et centré sur la créativité et les nouvelles approches des doctorants, jeunes chercheurs et chercheurs confirmés. La formule 2011 visera à développer un événement interactif et dynamique entre "peers", sous l'égide de professeurs reconnus.
On pourra tout aussi bien y présenter un travail en cours que des recherches confirmées, sachant que tout fera l'objet d'un échange socratique et que tout le monde y apprendra.
Le comité organisateur souhaite ouvrir le programme de la journée à un ou deux intervenants supplémentaires. Toutes les propositions qui s’insèrent dans l’appel précédent sont les bienvenues jusqu’au 15 mars 2011 (Frederik.Dhondt@UGent.be/Charlotte.Braillon@ULg.ac.be).
Le comité organisateur
Prof. dr. G. Martyn (UGent)
Prof. dr. A. Wijffels (UCL/Leyde/CNRS)
dra. C. Braillon (FNRS/ULg)
drs. W. Decock (FWO/KULeuven)
drs. F. Dhondt (FWO/UGent)
drs. E. Falzone (FNRS/FUSL)
Comité scientifique
Prof. dr. Jean-Marie Cauchies (UCL/FUSL)
Prof. dr. Robert Jacob (ULg/CNRS)
Prof. dr. Dirk Heirbaut (UGent)
Prof. dr. Laurent Waelkens (KULeuven)
Prof. dr. Nicolas Warembourg (Univ. Lille-II)
Prof. dr. Alain Wijffels (UCL/Leyde/CNRS)
zondag, januari 23, 2011
Geweten tegen Geweld: Theocratische Terreur en Tolerantie
Een aanrader om de ware betekenis van het begrip tolerantie te begrijpen: Conscience contre violence (of Castellio gegen Calvin) van Stefan Zweig. Geschreven in 1936 (Hitler is drie jaar aan de macht), over een herkenbare dictator uit de zestiende eeuw: Jean Calvin. De theoloog regeert als een agressieve en nijdige ayatollah over de stad Genève. Zijn theocratische terreurregime wil elke vorm van persoonlijk plezier of vrijheid in de kiem smoren. Huiszoekingen van twee uur zijn geen uitzondering. Wie de doctrine van de Grote Leider aanvalt, wordt verbannen of belandt op de brandstapel.
Wanneer Calvijn de Spaanse arts-theoloog Michel Servet op de brandstapel gooit omdat hij twijfelt aan de heilige drievuldigheid, moet hij de degens kruisen met Sebastien Castellio (1515-1563). Even briljant, zoniet geleerder dan Calvijn, vindt deze professor van de universiteit van Basel het wel welletjes geweest met de tirannieke uitwassen van het totalitair-religieus regime. Zijn Traicté des héréticques proclameert hoog en duidelijk dat er in godsdienstige zaken (vul aan: politieke) eigenlijk geen absolute zekerheden bestaan. Iedereen is een ketter voor iedereen. Bijgevolg kan je "ketters" enkel overtuigen, en is het uit den boze hen met geweld aan te pakken. Calvijn wordt bijgevolg publiekelijk "aangeklaagd" voor moord op de arme Servet, die niets anders gedaan heeft dan zijn mening zeggen. Terwijl Calvijn zo ver gaat als Servet zelf aandragen bij de Katholieke Inquisitie. Eens de Spanjaard uit Wenen weet te ontsnappen, wordt hij in Genève opgepakt en krijgt hij een typisch dictatoriaal schijnproces.
Dat is natuurlijk gerekend buiten het geweld waar het regime van Calvijn nood aan heeft om zich te handhaven. Théodore de Bèze, hulpje van de grootmeester, moet de degens kruisen met Castellio, tot Calvijn het zelf overneemt. Castellio wordt vernietigd: hij krijgt publicatieverbod van zijn eigen universiteit op vraag van de Stad Genève. Ondanks de steun van de Duitse hervormer Philipp Melanchton (1497-1560), wint Calvijn. Castellio wordt totaal vergeten.
Vandaar dus de ware betekenis van het begrip tolerantie. Indien er geen machtsaanspraken zouden vasthangen aan de woorden van een theoloog, een professor, een politiek leider of een dominante groep in de samenleving, zou iedereen zonder problemen mogen tegenspreken wat hij of zij maar wil. Dat is echter vrijwel nooit het geval: als je de macht hebt, wil je gelijk hebben. Zonder de mogelijkheid tot tegendiscours, sterft de individuele vrijheid. Precies dat willen leidersfiguren zo grondig mogelijk uitroeien. Tolerantie is met andere woorden een voortdurend gevecht om het recht je eigen interpretatie te mogen geven.
Ook religieuze leiders ontsnappen niet aan dit spel. Calvijn komt in zijn vroege publicaties op tegen verdrukking en vervolging. Eens hij in Genève evenwel de kans krijgt om zijn nieuwe theorie in de praktijk te brengen, wordt hij erger dan Robespierre. De katholieke kerk heeft duizend jaar gewacht om mensen te verbranden, Calvijn was er al in zijn tweede decennium aan toe. Als je kijkt naar de beperkte schaal van het toenmalige Genève, was hij proportioneel nog erger dan de kerk die hij heeft aangevallen.
(vandaar ook m.i. de intellectuele onmogelijkheid om in eender welke godsdienst te "geloven": het georganiseerd belijden van een ratjetoe aan irrationele dogmata leidt onvermijdelijk tot een formele hiërarchie, ergo tot machtsmisbruik en aanslagen op de gewetensvrijheid)
Een schitterend boek, dat interpelleert en duidelijk toont waar fundamentele rechten en vrijheden over gaan.
Abonneren op:
Posts (Atom)
Tags
Biermans-Lapotre
(4)
boeken
(12)
Cité Internationale Universitaire de Paris
(2)
de Gaulle
(1)
De Morgen
(26)
De Standaard
(3)
en français
(29)
Europa
(1)
Europese Verkiezingen
(1)
federale verkiezingen
(3)
foto's
(3)
gemeenteraadsverkiezingen
(1)
Geschiedenis
(110)
Guignols
(1)
Le Soir
(2)
Louis XIV
(6)
Paris
(4)
peiling
(4)
présidentielle
(1)
PS français
(4)
Recht
(25)
Slag bij Oudenaarde
(4)
UGent
(7)
verkiezingen
(5)
Versailles
(1)